• Outcross voor de Noorse Lundehund
Leestijd
2 minuten
Tot nu toe gelezen

Outcross voor de Noorse Lundehund

Tue, 01/24/2017 - 15:31

Eeuwenlang was de Lundehund een bekende verschijning in Noorwegen, met name in het noordelijke deel en op de eilanden daar. De vosachtige hond, roodbruin met zwart, wordt door dichters en ontdekkingsreizigers, wetenschappers en geologen beschreven. Hij werd gebruikt voor de jacht op papegaaiduikers, vogels die nestelden in holen en spelonken van de rotsen, waardoor de hond die deze nesten kon leeghalen een zeer lenig dier moest zijn.

Buiten de extreem lenige schoudergewrichten en hals heeft de hond ook extra tenen aan voor- en achterbenen en is de bouw helemaal toegespitst op het klimmen en draaien in nauwe ruimtes. Ook in IJsland kent men vergelijkbare jacht met honden, en de band tussen Noorwegen en IJsland maakt dat verklaarbaar.
De IJslandse schapenhond kwam met kolonisten uit Noorwegen mee naar het eiland, en dezelfde hond vinden we op de eilanden in de buurt van Trondheim, een regio die ook bekend stond om de daar broedende papegaaiduikers. Maar rond 1850 begon men de papegaaiduikers met netten te bejagen en waren de honden meer en meer overbodig. Zo raakten ze langzaam maar zeker steeds meer in het vergeetboek.

Tot het ras begin 20e eeuw werd herondekt door Sigurd Skaun. Hij schreef een artikel over deze vergeten hond en ontdekte dat ze vrijwel verdwenen waren. Er bleken op het eiland Værøy nog enkele exemplaren te zijn; de kynologe Eleonor Christie beet zich vervolgens volhardend vast in de zoektocht naar dieren.
In 1937 vond ze op genoemd eiland enkele exemplaren, en ze wist het ras in 1943 erkend te krijgen door de Noorse kennelclub. De populatie werd toen geschat op 60 exemplaren. Door een uitbraak van hondenziekte, waar toen nog geen vaccin tegen was, stierf de gehele populatie van mevrouw Christie uit en moest zij opnieuw beginnen.
In 1950 vond ze twee nieuwe pups, in 1960 vond ze er drie. Dankzij Eleonor Christie’s harde werk heeft het ras het gered tot dit moment, maar de aantallen zijn klein: geschat is de wereldwijde populatie tussen de 1100 en de 1300 dieren. Het aantal honden waar dit ras mee is (her)opgebouwd is dus bijzonder klein en dat geeft problemen. Er zijn medische problemen maar het grootste probleem is natuurlijk de enorme verwantschap. De reden daarvoor is de enorm smalle basis waarmee ooit begonnen is en die wil men in Noorwegen graag verbreden.

Het ras wordt gezien als een stuk nationaal erfgoed en de Noorse kynologie hecht enorm aan gezondheid en welzijn. Men acht het een plicht problemen te onderkennen en aan te pakken en zo kwam het plan voor outcross van de Lundehund dan ook tot stand. De hoge verwantschap had een inteeltdepressie tot gevolg die merkbaar is in de verlaging van de vruchtbaarheid van de dieren en die in medisch opzicht wordt gekenmerkt door een hoge frequentie van de darmaandoening IL (intestinale lymphangiectasia).

lundehund x buhund
Lundehund x Buhund

En daarom kwam de Noorse Lundehund Club met een plan om outcross te doen met drie onverwante rassen. Het artikel dat tot deze keuze leidde en in het blad van de Noorse Kennelclub gepubliceerd werd gaf vier belangrijke conclusies:

Vreemd bloed inkruisen geeft een tweede kans voor de populatie, die op uitsterven staat; de prijs is een (tijdelijke) verandering in fenotype en genotype in het ras.

Inkruisen van vreemd bloed geeft de kans de kwalijke ontwikkeling van dit moment te stoppen; wanneer dat nu wordt gedaan is er minder vreemd bloed nodig dan wanneer er nog enkele decennia gewacht wordt

Zorgvuldig plannen en begeleiden van de inkruisingen maakt het behoud van de kenmerkende eigenschappen van de Lundehund mogelijk

Hondenfokprogramma’s in het algemeen dienen meer nadruk te leggen op de interactie tussen genetica, gezondheid en welzijn, zowel op kleine schaal als op populatieniveau.

Deze vier kernpunten waren de basis voor het plan dat werd gemaakt om de Lundehund te redden, waarbij het initiatief lag bij zowel de rasvereniging als de Noorse Kennelclub. En zo kwam dit fokprogramma tot stand, dat zeker vele jaren en meerdere generaties zal gaan duren. De basis bestaat uit de volgende punten:

  • Het doel is een verbetering van de vruchtbaarheid en een vermindering van het aantal IL-gevallen in het ras.
  • De manier waarop men dit denkt te bereiken is door het inkruisen van drie onverwante rassen: Noorse Buhund, Norrbottenspets en IJslandse hond.
  • Alle combinaties moeten vooraf worden beoordeeld en de nakomelingen worden in een apart register beheerd.

De bedoeling is dat er nieuwe combinaties worden gemaakt met de pups uit de outcrossnesten en de dieren van de oorspronkelijke populatie, uiteraard na een zorgvuldige selectie op gezondheid, temperament en uiterlijke kenmerken. Dit laatste wordt gedaan om de typische kenmerken van de Lundehund waar mogelijk te behouden.

Meer informatie is te vinden op de website van de Noorse Lundehund Club

bron

Lundehund project

dossier